De familie Van den Bergh in Oss

Oss vanaf 1763

 

De stad Oss in het midden van de negentiende eeuw

“Het groote, fraaije, regelmatig en zeer digt betimmerde vlek Oss is nagenoeg op gelijken afstand van de steden ’s Hertogenbosch, Grave, Tiel en Zalt-Bommel gelegen (3 à 4 uren), en eene der schoonste plaatsen in de Meierij. Het bestond reeds in den Frankischen tijd, Willebrord predikte er het evangelie, en in 1399 werd het tot stad verheven. Wel werd kort daarna de plaats gedeeltelijk met muren, wallen en grachten versterkt, doch de bevestiging had door de tegenkanting der Gelderschen geen voortgang; de overblijfselen zijn evenwel nog zigtbaar, want Oss is nog geheel door grachten omringd, die van tijd tot tijd uitgediept worden.

OssSchets van Oss door Cornelis Pronk, 1731

Zwaar zijn de rampen, die dit vlek door den oorlog hebben getroffen; het werd niet minder dan achtmaal geheel of gedeeltelijk afgebrand (in 1478, 1497, 1512, 1528, 1543, 1573, en 1592), terwijl ook in 1751 de kerk en 98 huizen eene prooi der vlammen werden, en het door den watervloed en storm van 1809 mede groote schade leed. —De gemeente Oss waaronder een aantal gehuchten en buurten behooren, bevat ruim 4.383 inw. (4.133 R. Kath., 102 herv. En 146 Israël.), wier hoofdbestaan landbouw, veeteelt en handel is; er zijn tevens eenige fabrieken als: 3 bierbrouwerijen, 1 azijnmakerij, 2 blaauwverwerijen, 5 leerlooijerijen, 1 hoedenmakerij, 1 orgelmakerij, 3 koren- en 5 oliemolens. Er worden jaarlijks , behalve de kermis, 12 drukbezochte jaarmarkten gehouden en de wekelijksche groenmarkten zijn door de dorpen uit den omtrek altijd overvloedig voorzien. Vroeger waren de Osser-linnenmarkten zeer beroemd, daar het Osserlinnen voor zeer voortreffelijk gehouden werd.

OssDe Heuvel te Oss, ca 1900, met zicht op het stadhuis

De plaats is als eene stad gebouwd; zij bezit fraaije huizen en een ruime en schoone marktplaats; de vroeger versterkte huizen of kasteelen, waaronder het Hooghuis, Arensvlugt, Munster, enz. zijn in moderne en nette woningen veranderd. In 1856 heeft men de oude maar zeer fraaije en groote Parochiale Kerk en domtoren afgebroken, en later door eene zeer prachtige nieuwe kerk en domtoren in gotischen stijl vervangen, die in 1859 voltooid zijn. –-In de buurt Schayk is eene kapel, en op den weg naar Heesch stond vroeger eene tweede, waar men nog het St. Willebrordsputje toont, welks water eene wonderdadig genezende kracht zou bezitten, en daarom nog tot bedevaarten uitlokt. —De Herv. Kerk, in 1817 gesticht, heeft een orgel, maar geen toren. — de Synagoge is eene der aanzienlijksten van N. Brabant. — Voorts is er een Raadhuis, op de markt, waaronder de niet meer gebruikte Boterwaag, alsmede goede scholen, 6 Schuttersgilden, enz."
Bron: Koninkrijk der Nederlanden door J.L. Terwen (1813-1873) e.a.

Straatnamen in het centrum van Oss

Heuvel, Heuvelstraat, Heuvelplein, Kruisstraat, Monsterstraat en Walplein zijn rond 1900 nog anders genaamd, de Hooghuisstraat bestaat nog niet. Het Osse stadhuis met daarin het politiebureau staat dan nog vrij en prominent vooraan op de Heuvel. Het front is naar de Heuvelstraat toe met buiten twee rond naar boven lopende trappen naar de balustrade op de eerste etage waar de voorname voordeur is. Voor het stadhuis staat een ronde muziekkiosk. De rooilijn van achtergevel van het stadhuis loopt in het verlengde van de westzijde van Peperstaat.

OssPeperstraat te Oss, ca 1900, zicht vanaf de HeuvelOp de hoek van de Peperstraat/ Heuvel is de omvangrijke herberg/café van Johannes Petrus Pulles, de schoonvader van Anna van den Bergh, gevestigd. De huidige Kruisstraat en Heuvelstraat wordt dan nog Boschstraat genoemd. Het gedeelte Heuvel en Heuvelplein worden nog Dorp genoemd. Monsterstraat heet dan nog Paardenstraat en het Walplein heet Molenstraatplein. De Boschstraat wordt vanaf de kruising met de Kerkstraat de huidige Kruisstraat. Voor het stadhuis gaat het tot de kruising met de Kerkstraat Heuvel heten. Achter het stadhuis tot het “hooghuis” is het Heuvelplein. Het stadhuis wordt in 1924 gesloopt en het hooghuis in 1924, waardoor er vanaf de Kruisstraat via de Heuvel een doorgaande weg naar Berghem ontstaat. Voordien moest het verkeer vanaf de Boschstraat richting Berghem via de Wal en de Kazernestraat. Dan komt er de Hooghuisstraat aan de ene zijde van de Heuvel en wordt het eerste gedeelte van de Heuvel, Heuvelstraat genoemd.

 

 

Lambertus Rudolphus van den Bergh Houtfabrikant te Oss
OssInleiding

De als bakkerszoon in 1845 te Vierlingsbeek geboren Lambert werd schrijnwerker ofwel timmerman. Hij was de jongste in het gezin en wellicht is dat de oorzaak dat hij voor een ander beroep koos dan zijn voorouders. Ook bleef hij niet in Vierlingsbeek, maar trok op circa 18-jarige leeftijd naar Den Bosch, waar hij maar een korte periode bleef. Zijn overwegingen kennen we niet maar op 14 augustus 1863 vestigde hij zich in Oss. Hij werkte en woonde toen op de Heuvel, nummer A13.

Het afgebeelde wapen is in 2004 op zijn naam geregistreerd en kan door zijn nakomelingen worden gevoerd. Voor een toelichting zie de map Familiewapen Van den Bergh te Oss. 

Het gezin Lambertus Rudolphus van den Bergh en Maria Antonia Westers

OssDe toekomstige vrouw van Lambertus Rudolphus, Maria Antonia Westers, kwam op 6 juni 1867 vanuit Uden in Oss wonen en werken als dienstbode op de Heuvel, huisnummer A16. Wellicht dat zij Lambert daar op de Heuvel heeft leren kennen. Zij trouwden in Vierlingsbeek op 9 mei 1874. In Uden werd het huwelijk zoals gebruikelijk afgekondigd. Volgens een zogenaamde akte “van geen bezwaar” tegen het voorgenomen huwelijk, opgemaakt op 27 april 1874, wordt als beroep van Lambert schrijnwerker vermeld. Volgens dezelfde akte woonde Maria toen weer in Uden en was zij zonder beroep. Hun beider vaders waren bij hun trouwen inmiddels overleden.

Oss   

OssHet echtpaar gaat wonen in de Peperstraat in Oss, huisnummer A197. Op 13 februari 1880 koopt Lambert voor 580 gulden een perceel landbouwgrond, bekend onder Sectie B Nr. 1452 van “ongeveer 8 aren”, aan de Molenstraat te Oss. Verkoper is Jan Verkuijlen jr.. Het perceel meet in werkelijkheid 9,03 are en is aan de Molenstraatzijde 10,27 meter lang. De koopakte wordt verleden door notaris Bernard George ten Pol, notaris te Oss. Een geschreven afschrift bevindt zich in het kadaster te Oss. Een aantal voorwaarden betreffende de bouw van de woning zijn in de akte opgenomen. 

OssCirca 1900: De wekelijkse advertentie in “De Stad Oss”

 Maria Antonia Westers

 

Zijn voornemen is er een huis te bouwen en daarachter zijn timmerbedrijf te vestigen. Het woonhuis wordt in 1889 als zodanig inge-schreven en krijgt aan de Molenstraat huis-nummer A169, in 1900 is dat Molenstraat 44.

    

 

OssCirca 1916, Molenstraat 44, Lambert samen met het gezin van zijn zoon Leo

Aan de overkant van zijn woning verrijzen aan de Molenstraat in die tijd de prachtige villa’s van de Osse boterfabrikanten, zoals de door Arnold van den Bergh (geen familie) in 1889 gebouwde villa Constance. Vanaf 1890 kreeg deze villa van de nieuwe eigenaar en bewoner Arnold Jurgens al een andere naam, namelijk villa Johanna. Deze villa werd in 1921 als stadhuis van Oss in gebruik genomen. Nu is er het Jan Cunen museum in gevestigd.

OssMolenstraat te Oss, 1892, rechts met het bordes is villa Johanna

Het huis “Molenstraat 44” bleef tot 1956 in de familie en ging toen over aan de Weduwe Kocken, de buurvrouw, die het verbouwde ten behoeve van de dan bestaande ijzerhandel en smidse. In 1993 heeft het geheel plaats gemaakt voor het pand notariskantoor Pinkse, Philips en Huberts aan de Molenstraat 46.

OssMolenstraat te Oss, 1892, villa Johanna ligt aan de linkerkant

Voor de houtfabriek werd tussen 1880 en 1910 voor in totaal ruim anderhalve hectare grond gekocht aan de Molenstraat en Doelen (later vermeld als Klaphekkenstraat en Spoorstraat). Deze grond ligt achter de woning en aan de daar lopende straten.

Oss

 

Een luchtfoto uit 1931 van de houtfabriek aan de klaphekkenstraat.

De schoorsteen die nodig was voor de stoomketel ten behoeve van de aandrijving van de zaagmachines is duidelijk te zien.

    

OssWe moeten aannemen dat Lambert zich zonder veel financieel vermogen in Oss vestigde. De keuze om zich definitief in Oss te vestigen zal geweest zijn omdat hij daar goede bestaansmogelijkheden voorzag. De periode van 1880 tot 1929 was in Oss de glorietijd van de margarine-industrie. Er werkten toen meer dan 500 arbeiders in deze fabrieken. De verpakkingstechniek bleef achter bij de snelheid waarmee de boter werd geproduceerd.

Het verpakken was handarbeid en er werden steeds meer vrouwen en meisjes voor aangenomen. Zij kwamen zelfs uit Nijmegen om in Oss te werken. Door deze groei ontstond er een toenemende behoefte aan verpakkingsmateriaal, namelijk de boterkistjes. Kistjes timmeren was dan ook een bezigheid die aanvankelijk in Oss in veel huishoudens als nevenverdienste werd gedaan. De behoefte aan hout is daarbij evident. Zo zal Lambert zijn kansen gegrepen hebben. Hij begon met de houtfabriek en ging boterkistjes maken. 

 

 

OssInpakafdeling boterfabriek Jurgens te Oss, 1915. De boter werd in kistjes verpakt.

In Oss ontstonden in die tijd veel grote en kleinere kistenfabrieken zoals De Reuver, Kamphuys, Van Loosbroek en Hes. Het bedrijf van Lambert van den Bergh was geheel berekend op het maken van margarinekistjes die geleverd werden aan Jurgens met zijn “Solo-margarine” en vanaf 1920 ook aan Hartog die aan de spoorlijn tegenover het station ook was begonnen met een margarinefabriek. In 1914 werkten in de houtfabriek van Lambert, die vanwege zijn pokdalig gezicht de bijnaam “de Mottige” droeg, 14 mannen en 8 jongens van onder de 17 jaar.

OssVeilingkistjes voor Venlo, klaar voor transport

De familie Jurgens, de eerste margarinefabrikanten, zal Lambert goed gekend hebben en hij zal er ook affiniteit mee hebben gehad. Deze familie kwam immers uit dezelfde streek als hijzelf. Antoon Jurgens had als bijnaam “’t Mofke”, wat op het dialect van de familie duidde. Lambert was met dit dialect opgegroeid. Onderzoek heeft zelfs uitgewezen dat er een verwantschap tussen de Ottersumse familie Van den Bergh via de familie Lemmens met de familie Jurgens was ontstaan. De oudtante van Lambert, Mechtildis, trouwde in 1771 met Theodorus Lemmens. Gezien het aantal doopgetuigen uit de familie Van den Bergh bij de familie Lemmens (tak Boxmeer) was er veel contact tussen de beide families. De vrouw van Antoon Jurgens was Joanna Lemmens, geboren in 1807 uit de tak Beugen. Joanna Jurgens-Lemmens is in 1879 te Oss overleden en ligt op het kerkhof De Eikenbogaard te Oss begraven. Antoon Jurgens overleed in 1880. Van de relatie tussen Lambert en de familie Jurgens is wel bekend dat Lambert delen voor de antieke inboedel van de diverse huizen die in die periode in Oss werden gebouwd voor de familie Jurgens inkocht.

De naam “Van den Bergh” komt overeen met de naam van de andere belangrijke ondernemer in Oss, de Wattenjood Daniël van den Bergh en stichter van de tapijtfabriek “Bergoss”, in die tijd “de Gebroeders van den Bergh” geheten. Daniël is ook de vader van de stichters van de margarine fabriek van deze naam. Ook Hartog, van de vleesindustrie (tegenwoordig Unox) van deze naam, was met een dochter van Daniël van den Bergh getrouwd. Hun kinderen begonnen ook met de productie van medicijnen (Organon). Dit betreft allen de Joodse familie van den Bergh die oorspronkelijk vanuit Geffen naar Oss was getrokken. Er is geen enkele verwantschap met deze Joodse familie Van den Bergh. Zowel voornoemde families Jurgens als Van den Bergh hebben zich in de achttiende eeuw in Oss gevestigd en waren de grondleggers van de industriële groei en de economische ontwikkeling van Oss. De naam “van den Bergh” zal in Oss voor Lambert dus zeker geen nadeel zijn geweest. Het leveren van kistjes voor de Blue Band margarine van de Joodse familie Van den Bergh zat er echter niet in. Hun neef Arnold Isaäc van den Bergh was namelijk in 1880 ook een houtemballage fabriek begonnen, die nauw gelieerd was aan de Blue Band fabriek.

OssDe familie L.R. van den Bergh-Westers, circa 1890

In de voorspoedige industriële ontwikkeling in Oss gaat het met Lambert en zijn vrouw ook heel goed. Zij krijgen tien kinderen:

  1. Johanna Arnolda (Anna) is geboren op 6 februari 1875. Zij trouwt met Henricus Johannes Pulles, bouwkundige tekenaar en bouwkundige. Henricus is de zoon van Johannes Petrus Pulles, een welbekend herbergier, gevestigd tegenover het stadhuis op de Heuvel te Oss. Zijn broer Johannes Adrianus is gemeente secretaris te Oss. Henricus en Johanna krijgen voor zover bekend drie kinderen. Zij wonen sinds 1904 op het toenmalig adres Heuvel 20 te Oss. Links naast het pand waarin Herman en Bart in 1908 hun winkels openen.

  2. Antonius Josephus (Antoon) is geboren op 13 januari 1876.Hij trouwt twee keer. Eerst met Antonet Peeters. Zij komt uit St. Michielsgestel, waar zij als wees is opgegroeid onder de voogdij van molenaar Anton Peeters.

    Oss

    Hun winkel was op de Wal te Oss. Na het overlijden van Antonet werd de winkel waarschijnlijk gesloten en wordt Antoon handelsreiziger.

    Oss

    OssAntonet PeetersVoor zover thans bekend kregen zij twaalf kinderen. Twee kinderen werden levenloos geboren, een kind stierf in zijn geboortejaar en een kind werd een jaar. Van zijn eerste kind, Maria Johanna, is de datum van het overlijden onbekend, maar zij moet jong zijn gestorven. Anton’s vrouw Antonet stierf enkele dagen na de geboorte van haar twaalfde kind, dat levenloos ter wereld kwam. Een half jaar na haar overlijden trouwt hij met haar zuster Roza Maria, waarmee hij nog twee kinderen krijgt.

    Antoon wordt in 1912 voor 3/8 mede-eigenaar in het onroerend goed van zijn vader. In 1916 verhuist hij naar Arnhem. Hij overleed in 1944 te Eerbeek. Eerst werd hij begraven te Loenen en een jaar later herbegraven in Oss. Waarom dat is gebeurd, is niet bekend.

    OssDe Heuvel te Oss, ca 1900, café Pulles is bij de luifel aan de rechterkant, de muziektent staat voor het stadhuis.

  3. Johannes Wilhelmus (Jan), geboren op 2 augustus 1877. Hij blijft vrijgezel. Er zijn wel geruchten over een affaire en een kind. Hij gaat werken in de houtfabriek en wordt in 1912 firmant in de vennootschap onder firma Van den Bergh aan de Molenstraat 44 te Oss. Als zijn beroep wordt bij de Burgerlijke Stand in Oss kistenfabrikant en houthandelaar vermeld.

    OssAnna OssAnton OssWillem

  4. Wilhelmus Leonardus (Willem), geboren 15 april 1879. Hij trouwt Maria Anna Theophila Rutten (Maaike). Zij gaan wonen in de Boterstraat te Oss en krijgen, zover bekend, vier kinderen. Hij gaat ook in de kistenfabriek werken en wordt in 1912 firmant in de vennootschap onder firma Van den Bergh aan de Molenstraat 44 te Oss. Volgens de Burgerlijke Stand in Oss is zijn beroep kistenfabrikant, mededirecteur en houthandelaar.

    Oss

  5. Leonardus Franciscus (Leo), geboren op 15 juli 1880. Hij trouwt twee keer. Eerst met Johanna Francisca Peters, waarbij hij drie kinderen krijgt. Zij trouwen te Tilburg, waarbij zwager Henricus Pulles en zijn broer Bart voor hem getuigen. Hij is houthandelaar en in 1912 firmant in de Vennootschap onder firma Van den Bergh gevestigd aan de Molenstraat 44 te Oss.

    OssWekelijkse reclame

    Op dit adres is hij ook woonachtig. Johanna Francisca Peters overleed in 1913 aan de gevolgen van de eerste operatie die werd uitgevoerd in het R.K. ziekenhuis St. Anna gevestigd aan de Begijnenstraat te Oss. Ruim tien jaar na het overlijden van zijn vrouw trouwt hij met Maria Petronella Spierings. Uit zijn tweede huwelijk komen vier kinderen voort. Zijn zoon Leo, aanvankelijk werkzaam in de houtfabriek, vestigt zich ca. 1945 als fotograaf op de Heuvel 4 te Oss.

  6. Franciscus Rudolphus, geboren op 23 november 1881 en overleden op 13 december 1881. Hij leefde slechts 20 dagen.

  7. Hermanus Josephus (Herman), geboren op 25 oktober 1882. Hij trouwt met Getruda Antonetta (Truus) van Oss. Zij krijgen vier kinderen: Toon, Jet, Zus en Fien. De kinderen blijven met uitzondering van Fien ongehuwd. Piet Collignon, de echtgenoot van Fien, overlijdt op 34 jarige leeftijd. Herman begint in 1908 op Heuvelstraat 10 een “spekslagerij”.

  8. Lambertus Rudolphus Antonius (Bart), geboren op 22 oktober 1884. Op donderdagavond 3 december 1908, 24 jaar oud, opende Bart op de Heuvel, later Heuvelstraat 12 te Oss zijn winkel “Horlogerer Suisse” Hij trouwde viereneenhalf jaar later met Maria Francisca (Marie) Wagemakers. Zij krijgen een zoon Tonnie.

    OssHerman OssBart OssMaria

  9. Maria Johanna Wilhelmina (Marie), geboren op 13 dec. 1885, ongehuwd overleden te Rosmalen (Coudewater) op 3 maart 1922. Naar aanleiding van een onbeantwoorde liefde kwam zij in geestelijke nood en werd opgenomen in het instituut Coudewater, waar zij later overleed. In 1912 wordt zij firmant in de Vennootschap onder Firma Van den Bergh.

  10. Josephus Franciscus, geboren op 31 oktober 1890 en overleden op 11 januari 1891. Hij leefde slechts 72 dagen.

    Oss

 

De onderhandse verdeling in 1912 en de Vennootschap onder firma L. van den Bergh

Door het overlijden van de vrouw van Lambert, Maria Westers, op 14 juli 1910 komen de financiële verhoudingen binnen de familie anders te liggen. Hun kinderen zijn dan 25 jaar of ouder, waarvan er verschillende zonen in de houtfabriek werkzaam zijn. Daarom wordt in 8 augustus 1912 een onderhandse verdeling gemaakt, waarvan in november 1912 een akte wordt opgemaakt (bron verdelingsakte 1925). De inhoud uit deze akte is niet bekend, maar uit verschillende beschikbare bronnen kunnen we echter wel het volgende afleiden.

OssDe familie L.R. van den Bergh-Westers, circa 1900

Naast het onroerend goed in de Molenstraat en Doelen heeft Lambert in 1908 een nieuw gebouwd pand aan de Boschstraat, daarna Heuvel en nog later Heuvelstraat genoemd, gekocht. Dit is het pand waar Herman en Bart hun respectievelijke winkels in vestigen (bron kadaster Oss). Volgens een eigendomsakte van 2 april 1913, opgemaakt naar aanleiding van de onderhandse verdeling van 8 augustus 1912, kregen Herman en Bart gezamenlijk dit pand. In de akte wordt tevens de scheiding van dit onroerend goed tussen de broers en de financiële waarde van elk deel vastgelegd.

De houtfabriek wordt als een gezamenlijk deel in de circa 1912 opgerichte Vennootschap onder Firma L. van den Bergh ondergebracht. De vennoten zijn Lambert, Willem, Johan, Leo en Marie. Op 10 december 1912 wordt een hypotheek gevestigd ten gunste van Anton en een voor Henricus Pulles en zijn vrouw Anna (bron verdelingsakte 1925). Lambert en zoon Anton behouden als persoonlijk gezamenlijk bezit een deel van het onroerend goed, waaronder het woonhuis aan de Molenstraat. Anton’s aandeel is 3/8 (bron Kadaster Oss).

Een werkelijke vermogensdeling in geld wordt niet opgemaakt. Uit de verdelings-situatie blijkt meer een verdeling van bezit. Het is een juridische scheiding van rechten, zodat mogelijk daaruit voortkomende verliezen en winsten naar de onderscheidelijke belanghebbenden gaan, wat ook uit de verdere juridische acties blijkt. De werkelijke verdeling gebeurt pas na het overlijden van hun vader Lambert in 1924.

OssDe enig bekende foto gemaakt in de houtfabriek te Oss, deze foto dateert uit circa 1915. Deze foto is in het bezit van de kleinzoon van Lambert, Leo van den Bergh. Het maken van een foto was in die tijd kennelijk nog een hele gebeurtenis.

De Vennootschap Van den Bergh

 

OssNaast de vennootschap onder firma wordt het kennelijk in 1914 ook wenselijk geacht de vennootschap Van den Bergh op te richten. Hierin nemen Willem, Johan, Leo en Marie deel. Hun vader blijft hierbuiten. Deze vennootschap is dus kennelijk opgericht met als doel de gezamenlijke vermogensopbouw van de vier kinderen te scheiden van die van hun vader. Uit de kadastergegevens blijkt dat het onroerend goed van de houtfabriek aan de Doelen (later  Klaphekken/Spoor-straat) en Molenstraat zijnde twee huizen, een werkplaats, houtloods, een schuur en wat bouwland, totaal 1,56 hectare, hierin wordt ondergebracht. 

De Vennootschap Gebroeders van den Bergh

Na het overlijden van hun zus Marie in 1922 te Coudewater veranderde de situatie en werd de Vennootschap Van den Bergh onder de naam “Gebroeders van den Bergh” voortgezet. De nalatenschap van Marie werd tegelijk met die van haar ouders definitief in 1924 door notaris Bijvoet geregeld.

De nalatenschap van Lambertus Rudolphus, zijn vrouw en zijn dochter Maria

OssBij zijn overlijden in 1924, 14 jaar na zijn vrouw, laten Lambert en zijn vrouw een aanzienlijk vermogen na. De verdelingsakte werd per 1 augustus 1925 opgemaakt door Notaris Bijvoet uit Berghem. Het te verdelen vermogen bedraagt 61.284,195 gulden. Ter vergelijking: het loon van een fabrieksarbeider in vaste dienst in die tijd te Oss bedraagt circa 550 gulden per jaar. Het vermogen wordt verdeeld onder de zeven overgebleven kinderen.    

 

De verdelingsakte geeft een vordering aan op de “Firma L. van den Bergh” van 38.500 gulden. Er zijn ook zg. vaste (onroerende) goederen die inmiddels publiek zijn verkocht. Dit betreft: 

  1. Huis onder Oss, in de Rooyen, opbrengst 1.925 gulden. 
  2. Huizen onder Oss, in de Klaphekkenstraat, opbrengst 3.815 gulden. 
  3. Bosch onder Maashees, opbrengst 1.125 gulden.


Door vijf van de zeven erfgenamen is “vooraf genoten” van de erfenis en zij hebben schulden aan hun ouders. Daarvoor wordt een schuld van deze kinderen in de nalatenschap ingebracht van 12.788 gulden en 93 cent. Daarnaast is inmiddels door een zekere Frans van Uden een aan hem verstrekte hypotheek afgelost met rente ter waarde van 1072 gulden en 22 cent. De waarde van de inboedel is totaal 2.807 gulden en wordt niet nader beschreven. Deze inboedel is in onderling overleg verdeeld cq. overgenomen door de kinderen met uitzondering van Willem. De waarde van het overgenomen deel van de inboedel werd per kind als volgt bepaald en overeengekomen:

Antoon van den Bergh 141,00 gulden
Hendricus Pulles, e.v. Johanna Arnolda van den Bergh 257,50 gulden
Leonardus van den Bergh 1.149,00 gulden
Johan van den Bergh 898,50 gulden
Herman van den Bergh 83,00 gulden
Lambertus (Bart) van den Bergh 277,00 gulden


De baten worden uiteraard verminderd met verschillende lasten (schulden) waaronder naast de belastingen de dokterrekening van Dr. Wasmann, het “,Hout voor de doodskist” (63 gulden) en de begrafeniskosten. Deze schulden waren reeds voldaan door schoonzoon Hendricus Pulles. De begrafenis was zeker niet goedkoop, de kosten bedroegen 1.092,05 gulden. Exclusief het “Hout voor de doodskist”, dat wellicht uit de fabriek afkomstig was.

Herman en Bart hebben elk een schuld van 4.500 gulden aan hun ouders voor het “halve pand op den Heuvel”. De verdelingsakte wordt afgesloten door de ondertekening met de verklaring “Ondergeteekenden verklaren dat bovenstaande verdeeling met hun onderling goedvinden en tot hun volkomen genoegen is tot stand gekomen” en dat zij uit dien hoofden niets meer van elkander te vorderen hebben. Ook verklaren de “firmanten van de Firma Gebroeders van den Bergh” uit hoofden van deze hoedanigheid niets meer te vorderen hebben.

OssDe Heuvelstraat te Oss, ca 1900, de Hanzebank was gevestigd in het grote pand links.

Wat niet verdeeld kan worden maar waar wel gezamenlijke rechten op blijven bestaan, is het spaartegoed bij “De Hanzebank”. Deze bank van de “R.K. vereeniging van Neringdoenden, genaamd “De Hanze” verkeerde vanaf 1923 in staat van faillissement. Deze bank was eertijds gehuisvest in het grote herenhuis op de hoek van de Heuvelstraat/Kerkstraat. In 1984 werd dit markante, eertijds door Jurgens gebouwde, pand gesloopt.

De N.V. van den Bergh’s Kistenfabriek en Houthandel

OssDe vennootschap “Gebroeders van den Bergh” wordt na de verdeling omgezet in een N.V. Vennoten zijn de gebroeders Willem, Johan en Leo. Daarin wordt al het onroerend goed betreffende de houtfabriek inclusief de ouderlijke woning aan de Molenstraat en Doelen (Klaphekkenstraat/Spoorstraat) ondergebracht.  

Hoe het er in de fabriek toeging, verhaalt Leo van den Bergh, geboren op 20 mei 1912 en woonachtig in zijn ouderlijke en grootouderlijke woning op het adres Molenstraat 44. Achter deze woning was de houtfabriek. Leo was binnen de familie de laatste eigenaar.

Na het overlijden van zijn grootvader, waren zijn vader Leo (boekhouder) en zijn ooms Willem en Jan voor de fabriek werkzaam. In de fabriek werden vooral kistjes gemaakt voor Jurgens. Leo hielp daarbij. Men had de beschikking over twee (stoom)ketelhuizen van waaruit zaagmachines werden aangedreven, elektriciteit was er in 1914 ook al. Omstreeks 1920 werd er gewerkt door circa 25 tot 30 werknemers van s’morgens zeven uur tot s’avonds negen uur of zelfs later. Er werd zes dagen in de week gewerkt. De stoommachine moest 's morgens vanaf vijf uur worden opgestookt om voldoende stoomdruk te hebben om bij de aanvangstijd te kunnen zagen.

OssLeo F. van den Bergh, 1880-1941In Oss werd tijdens deze lange werkdagen gedurende de pauzes niet alleen koffie gedronken, maar men kende toen ook een borreljuffrouw die de arbeiders een borrel schonk. Het ligt dan ook voor de hand dat in de houtfabriek ook een borrel werd geschonken. Onder het personeelsbestand zaten ook leden van enkele beruchte Osse families. Dit heeft in de fabriek nooit problemen gegeven. Wel herinnert Leo zich enkele incidenten buiten de fabriek. Eens zag hij zelfs Burgemeester van den Elzen (ook een grote man) bij het spoor met een werknemer over de straat rollen. Het spoor zal dan de spoorverbinding geweest zijn die toen door de Molenstraat (goederenspoor) heen liep. Aanvankelijk konden maximaal twee wagons door paarden getrokken van het station naar de stad worden getrokken. Vanaf 1914 mocht een locomotief worden ingezet met maximaal zeven wagons. 

 

Het loon werd wekelijks door Leo’s vader op kantoor in contanten klaargemaakt en in de zogenaamde loonzakjes uitbetaald. Leo deelde deze loonzakjes wekelijks aan de betreffende werknemers uit. De loonzakjes werden bij de werknemers thuis niet altijd correct afgedragen. De kroeg onderweg naar huis was dan een te grote verleiding voor sommigen. Dan kwamen de moeders van deze grote gezinnen bij de fabriek om extra geld vragen. De lonen waren laag in Oss. In 1914 verdiende een vaste arbeider 1,75 gulden per dag. Het kwam voor dat zelfs drie generaties van dezelfde familie in de fabriek werkten.

In 1927 kwam de Margarine-Unie tot stand. Dit wordt ook wel de vrede van Oss genoemd. Hiermee kwam een einde aan de concurrentiestrijd tussen de margarine-fabrieken van den Bergh en Jurgens. In 1930 fuseerde de Margarine-Unie met de Lever Brothers in Engeland en ontstond het wereldconcern Unilever. In 1929 trok Jurgens weg uit Oss en toen in 1931 ook Hartog in Oss met de margarinefabriek stopte, begonnen de moeilijke tijden. Vanaf 1930 werd alleen nog gewerkt voor Nederveen Magarinefabriek. Er waren nog slechts 2 à 3 werknemers in dienst bij de houtfabriek. Het was meestal Leo Jr. die de droeve boodschap moest overbrengen aan de werknemer als die werd ontslagen.

OssAfbraak Molenstraat 44 te Oss in 1961

Tegen 1938 viel door de Duitse oorlogsdreiging de houtimport uit Letland weg, waardoor de fabriek ook langzamerhand stil kwam te liggen. Toen waren overigens al de helft van de oorspronkelijke fabrieksterreinen onteigenend en verkocht. Zijn vader Leo, oom Willem en oom Jan overlijden respectievelijk in 1941, 1944 en 1948. Door vererving wordt Leo mede-eigenaar van de fabriek aan de Klaphekkenstraat en de woning aan de Molenstraat. Na de oorlog werd Leo verscheidene keren door nieuwe Osse Burgemeester Delen aangesproken om de inmiddels gesloten fabriek van de hand te doen. Er zat door de opkomst van blik en plastic geen toekomst meer in hout als verpakkingsmateriaal. In 1956 werden de fabriek en het woonhuis door Leo verkocht aan buurvrouw A.J. Boschman, weduwe van M.J. Kocken. Zij had met haar kinderen een ijzerhandel en smidse. Het woonhuis werd in 1961 afgebroken en er werd een nieuw pand voor de ijzerhandel met daarboven een woonhuis gebouwd. De fabriek was al eerder afgebroken en in 1957 werd het perceel gedeeltelijk als bouwland doorverkocht. Nog later werd de ijzerhandel van Kocken afgebroken en werd het kantoorpand van notaris Pinkse gebouwd op de lokatie “Molenstraat 44”. Daarmee zijn definitief de herinneringen aan de voormalige houtfabriek verdwenen.

OssLeo heeft als tastbare herinnering twee koperen kranen en een drukmeter van de stoommachine behouden, deze attributen sieren tot op heden zijn bureau in de fotozaak op de Heuvel in Oss.

OssAfbraak houtloods aan de klaphekkenstraat te Oss

 

De winkeliers op de Heuvel (later Heuvelstraat) te Oss

“Met die van de Heuvel hoefde gé geen meelij te hebben”, zou het gezegde zijn geweest van Jan van den Bergh, die als laatste firmant van de houtfabriek in 1948 overlijdt. Hij doelt dan op de familie Pulles van zijn zuster Anna en de families van zijn broers Herman en Bart. We zitten dan aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Met de houtfabriek ging het sinds 1930 slecht en die was inmiddels gesloten. De waarde van het onroerend goed zal ook door de oorlog sterk zijn gedaald. Door het overlijden van de firmanten Willem en Leo zijn de aandelen van de N.V. in handen van de tien erfgenamen van zijn broers, waaronder zijn neef Leo, terechtgekomen. Zijn neef Leo begint onder wat sociale druk in die tijd de fotozaak op de Heuvel 4. De winkel van Antoon op de wal is dan allang opgeheven. De winkels aan de Heuvelstraat zijn ongeschonden de oorlog doorgekomen. Over deze families en hun winkels kan het volgende worden opgetekend.

Oss

Over een mogelijke familierelatie met Hein van den Berg(h), die volgens bovenstaand commentaar enige tijd een winkel in rookwaren in de Heuvelstraat had is geen informatie beschikbaar.

Het meubelmagazijn en later de slijterij van Pulles

OssAnna van den Bergh
Johanna Arnolda (Anna) trouwt met Henricus Johannes Pulles, bouwkundig tekenaar. Zij wonen vanaf 1904 op het adres Heuvel 20 te Oss, beginnen er een meubelhandel en krijgen drie kinderen, Lena, Ruud en Jo. Hun huis is links naast het pand waarin de broers van Anna, Herman en Bart in 1908 hun winkels openen. Henricus is aangever en getuige bij tal van familiegebeurtenissen binnen zijn schoonfamilie.  

 

OssHendricus Pulles met zijn dochter Lena voor de winkel in de Heuvelstraat te Oss

De familie begint hier, na een eerste start met een meubelhandel, een slijterij. Zoon Jo heeft later naast de slijterij samen met zijn broer Ruud een limonade-gazeuse fabriek “Pluto” Deze is gevestigd achter het woonhuis van broer Ruud aan de Kruisstraat. Pluto is een welbekende limonade in Oss en omgeving gedurende de vijftiger en zestiger jaren.

OssAdvertentie, 26-10-1913

OssMarietje en Jo  Oss Pulles in 1955Jo Pulles en zijn vrouw Marietje van Sleeuwen kregen tot hun verdriet geen kinderen. Jo bracht de slijterswaren naar de klanten, Marietje stond meestal in de winkel.

Het was een laagbouw pand met een etage. De winkel was eenvoudig ingericht en aan de rechterzijde van het pand gelegen. Links van de voordeur was de woonkamer waar twee ramen op de Heuvelstraat uitkeken. Achter was een grote tuin waar de slijterswaren in een schuurtje waren opgeslagen, die door de winkel naar binnen en naar buiten moesten worden gebracht.

OssWekelijkse advertentie uit 1939In 1979 is Jo op 66-jarige leeftijd na een kort ziekbed overleden en is de winkel gesloten. Het pand werd gekocht door Manders, die het liet afbreken. In de nieuwbouw vestigde Manders enige tijd zijn woning-inrichting. Marietje overleed onverwachts op 26 januari 1993 te Oss op 77-jarige leeftijd. Thans is op deze plek een parfumerie gevestigd.

 

De slagerij van Herman

OssZoals reeds eerder is vermeld krijgen Herman en Bart in 1908 van hun ouders de beschikking over een nieuw gebouwd pand op het huidige adres Heuvelstraat 10 en 12, kadastraal Sectie A, nummer 2717. Op 8 augustus 1912 wordt het bij onderhandse akte hun gezamenlijk onverdeeld eigendom. Bart en Herman zijn in 1908 respectievelijk 24 en 26 jaar oud. 

 

OssBoven en achter de winkelruimtes zijn woonruimtes, die zij wellicht later pas betrekken. In 1913 worden het woonhuis en de winkels in het pand tussen de broers formeel gescheiden. De akte wordt op 2 april 1913 bekrachtigd bij notaris Mr. H.A.M. Bijvoet te Berghem. De totale waarde wordt op 9.000 gulden bepaald, waarin zij elk voor de helft delen. Het westelijk deel, zijnde de slagerij, is kennelijk ruimer bemeten dan het oostelijk deel, de horlogerie, want het westelijk deel wordt bij de scheiding gewaardeerd op 5.000 gulden en het oostelijk deel op 4.000 gulden. De daardoor ontstane schuld van 500 gulden van Herman aan Bart is volgens de akte niet eerder “opeischbaar, dan drie maanden na het overlijden van den vader der beide comparanten” en zal dus in 1924 voldaan zijn als de totale schuld wordt verrekend.    

Omdat het pand oorspronkelijk gebouwd is voor bewoning voor één gezin is er maar een opgang aan de rechterzijde van het pand aan de Heuvelstraat. Aan de uiterste linkerzijde is een poortje met gang naar de tuin en de schuur. Op deze doorgang wordt voor de horlogerie een erfdienstbaarheid gevestigd. Dit poortje en de gang worden later toch bij het woonhuis getrokken, het wordt de opgang aan de Heuvelstraat naar de woning boven de slagerij. De varkens moesten voortaan via de winkel naar de slachterij. Circa 1950 wordt er een doorgang naar de achterliggende tuin gemaakt via de Monsterstraat.

OssAdvertentie op 29 november 1908 in “DE STAD OSS”

Herman trouwt twee jaar na de opening van de winkel in 1910 met Gertruda Antonetta (Truus) van Oss. Truus is een dochter van slager Van Oss met de gelijknamige slagerij, gevestigd juist om de hoek van de Heuvelstraat in de Kerkstraat. Zij krijgen vier kinderen: Toon, Jet, Zus en Fien. De kinderen blijven met uitzondering van Fien ongehuwd en gaan allen werken in de slagerij. De echtgenoot van Fien, Piet Collignon, overlijdt op 34-jarige leeftijd.

OssHet pand Heuvelstraat 10 is tot op heden eigendom van de familie gebleven en thans in het bezit van zijn hun kleinkind Harm Collignon. De slagerij is in de zeventiger jaren overgedaan en heeft sindsdien verschillende eigenaren gekend.Naast de Slagerij van Oss van zijn schoonvader waren in het begin van de twintigste eeuw veel slagerijen in de buurt gevestigd. Zo zat  twee winkelpanden verderop Slagerij Norbert. De buurman van Herman aan de westzijde was de uit Friesland afkomstige Johan Hettema. Het pand was van Jurgens. Hettema had als devies “Grote omzet, kleine marge” en stond daarmee aan het begin van de winkelketen Edah. Combinatie Edah werd bij notaris Bijvoets te Berghem opgericht. Daarin namen de families Ebben, Dames, Aukes en Hettema deel. De eerste letters van hun namen vormden de bedrijfsnaam. De winkelketen Edah bestaat nog steeds en behield tot de zestiger jaren een vestiging in het pand aan de Heuvelstraat. 

 

De horlogerie van Bart

OssBart is 24 jaar en ongehuwd als hij op donderdagavond 3 december 1908 zijn winkel “Hologerer Suisse” opent in het oostelijke gedeelte van het door zijn ouders gekochte pand. De gezamenlijke openingsadvertentie meldt dat de broers zijn gevestigd in het nieuw gebouwde huis tegenover de heer Speet. “Alles wat tot het vak behoort zal bij ons verkrijgbaar zijn aan scherp concurreerende prijzen en wij hopen door een nette en prompte bediening en het leveren van prima waar aller gunst te verwerven”. Aanbevelend Herman en Bart, aldus de advertentie in de krant “De Stad Oss” van 29 november 1908.  

Hij trouwt viereneenhalf jaar later met Maria Francisca (Marie) Wagemakers. Zij krijgen een zoon Tonnie, die na de Tweede Wereldoorlog de onderneming voortzet. John van den Bergh is de derde van de vijf kinderen van Tonnie en zijn vrouw Ans. Hun kinderen zijn Mieke, Bart, John, Ruud en Ans, die boven de winkel worden geboren. Op 30 juni 1975, 76 jaar later, wordt de winkel gesloten. Het pand is in 1998 verkocht.

OssHet faillissement van de Hanzebank, destijds gevestigd in het statige pand op de hoek Heuvelstraat en Kerkstraat, treft ook Bart. Zijn financieel vermogen gaat daarmee in 1923 verloren. Bart is ook een actief deelnemer aan de Harmonie Kunstliefde Vermag Alles, K.V.A. geweest. Geruime tijd na zijn overlijden was in de familie het gerucht dat hij een verplaatsbare muziekkiosk aan KVA zou hebben geschonken. Door insiders werd dit later genuanceerd tot: dat het dan niet zijn eigen geld betrof, maar er een inzameling voor had georganiseerd. De dankbaarheid zal er zeker niet minder door zijn geweest. 

Bart schilderde veel en er zijn diverse schilderijen van zijn hand in de familie. Ook hield hij van vogels. De tuin achter de werkplaats was volgebouwd met allerlei kunstzinnig gemaakte en beschilderde volières. Hij was een markant figuur op de Heuvel en men kende hem in alle dorpen in de omgeving, waar hij naar toe wandelde en via de plaatselijke cafés zaken deed. In 1939 werd zelfs een agenschap in Nuland aangegaan. Veel omzet in de winkel kwam dan ook door klanten uit de omgeving van Oss. Het uurwerk van de Grote Kerk werd door hem en zijn zoon onderhouden.

OssBart voor zijn horlogerie Oss in de dertiger jaren

In 1951 overlijdt Bart. Hij was op dat moment het laatst in leven zijnde kind van Lambertus Rudolfus, die uit Vierlingsbeek naar Oss kwam. Bart heeft zodoende de gehele opkomst en teloorgang van de houtfabriek beleefd.  

 

 

OssHerman voor zijn slagerij in de dertiger jaren

OssAankonding van het agentschap in Nuland. Waarschijnlijk is deze vertegenwoordiging gedurende de oorlog beeindigd.

OssOssDe eerste buitenklok in de Heuvelstraat

 

 

Oss

Oss OssDe volieres achter in de tuin van de horlogerie aan de Heuvelstraat

 

 

 

OssHeuvelstraat 10-12, Oss, de situatie in 2005

 

De fotozaak van Leo van den Bergh

Gezien de hobby van Leo in de fotografie, waar hij in 1939 mee begonnen was, werd na de tweede wereldoorlog fotograferen zijn beroep. Het begin van de oorlog herinnert Leo zich nog goed. "Op 6 juni 1940 werd ik vroeg in de ochtend gewekt door luid motorgeronk en ging ik achter het huis buiten kijken. Daar zag ik honderden vliegtuigen in de lucht en ging snel mijn ouders roepen. Alles overziende zei mijn vader: “Een dubbeltje kan nooit winnen van een kwartje”."

Oss
In de oorlog maakte Leo al of niet in het geheim foto’s in Oss en omgeving. Ter gelegenheid van vijftig jaar bevrijding van Oss is er een boekje uitgebracht door de Gemeente Oss waarin het beeldverhaal van de bezetting en bevrijding van Oss op basis van Leo zijn foto’s is gepubliceerd. 

Oss

De winkelruimte aan de Heuvel werd Leo in 1944/45 min of meer opgedrongen. De winkelruimte was zoals dat genoemd werd gevorderd en mocht niet meer worden bewoond waardoor deze leeg kwam te staan. Een goede gelegenheid dus om een winkel te beginnen. De etalages waren tegen het oorlogsgeweld nog dichtgetimmerd. Via een kleine opening werd aanvankelijk geëtaleerd. De foto’s, eerst zwart/wit en later kleur, zijn lange tijd door Leo in zijn donkere kamer ontwikkeld, want Leo was in de eerste plaats fotograaf. Het ondernemersschap kwam daar aanvankelijk noodgedwongen bij.  

 

OssHij vertelt graag over zijn foto-opdrachten voor de krant en andere publicaties. Ook moesten er foto’s bij jubilea op de fabrieken worden genomen. Zijn klant was daarbij Organon. Concurrentie was er ook in Oss, waardoor er scherpe prijzen moesten worden berekend. Toen zijn boekhouder hem vertelde dat de foto’s voor Organon feitelijk geen inkomsten opleverden, heeft hij zijn contract bij een incident opgezegd. Leo vertelt dat hij feitelijk een verlegen inslag had. Dit heeft hij bij het fotograferen als fotojournalist wel afgeleerd.

Toen hij op een dag een foto moest komen maken bij Organon bij een jubileum werd hij daar over geïnformeerd toen hij een klant in de winkel een fototoestel aan het verkopen was. Een dergelijke vraag was meer een soort commando dat op stel en sprong moest worden opgevolgd, waardoor Leo de winkel a la minuut moest laten voor wat deze was. Onderweg moest hij voor het spoor wachten. Bij Organon aangekomen was de ceremonie kennelijk al over en de jubilaris reeds binnen in het kantoor. Leo mocht geen foto meer maken, want hij was te laat wat hem door de secretaresse op een onheuse manier duidelijk werd gemaakt. De foto hoefde niet meer. In de inmiddels verkregen wetenschap dat hij er niets aan verdiende, heeft Leo toen gelijk medegedeeld dat het voor hem ook niet meer hoefde en is vertrokken. Ook herinnert hij zich de directeur Saal van Zwanenberg waarvoor hij fotowerk maakte en die hem correct behandelde in tegenstelling tot de medewerkers. Het waren moeilijke tijden waar de klant zich werkelijk koning voelde en dat liet blijken door vrijwel onmogelijke eisen te stellen.

Oss

De fotozaak bestaat nog steeds als familiebedrijf op de Heuvel en wordt vooral gerund door Greet, Leo (junior) en Birgit. Leo (senior), ruim negentig jaren oud, is nog dagelijks in de winkel aanwezig, zijn dochter Marie-Thérèse en kleinzoon Rémy Reijs werken part-time in de zaak. Dochter Jos was tot midden 1971 (tot haar emigratie naar de USA) werkzaam in de zaak.